top of page

LEERLINGENBEGELEIDING

Visie op leerlingenbegeleiding of 'zorg'

In onze leefschool vinden we het belangrijk dat elk kind zich goed voelt en graag naar school komt. Als schoolteam willen we een veilige sfeer scheppen waarin kinderen zich geborgen voelen, zichzelf kunnen zijn en de kans krijgen om te ontdekken wie ze zijn en zich optimaal te ontplooien. Als leefschool besteden we voortdurend aandacht aan de eigenheid van elk kind in zijn ontwikkeling. We focussen op de positieve kenmerken van onze leerlingen.

We willen alle kinderen vanuit hun eigen mogelijkheden laten groeien en een maximale leerwinst realiseren door alle mogelijke middelen in te zetten en elk kind optimale kansen te geven. Om tegemoet te komen aan de mogelijkheden en de noden van alle kinderen trachten we een leerlingenbegeleiding op maat aan te bieden, weliswaar binnen de grenzen van onze draagkracht. Specifieke onderwijsbehoeften worden per kind of per groepje kinderen geformuleerd en opgevolgd waarbij we blijven zoeken naar geschikte zorginterventies.

Door een gedifferentieerde aanpak en/of een specifieke benadering stemmen we ons onderwijs af op de onderwijsbehoeften van onze kinderen.

Aangezien kinderen mogen verschillen, aanvaarden we ook dat zowel de beginsituatie, het leertraject, de evaluatie, als het eindpunt mogen verschillen.

De uitbouw van een zorgbeleid is een gedeelde opdracht voor het hele team met een nauwe samenwerking tussen alle partners:
kinderen, ouders, begeleiders, zorgcoördinator, directie, CLB, externe hulpverleners, ondersteuners vanuit BuO, …

De leerlingenbegeleiding of ‘zorg’ op onze leefschool situeert zich op 4 domeinen:

1. Socio-emotionele begeleiding

Onder ‘socio-emotionele begeleiding’ verstaan we de manier waarop de school de kinderen ondersteunt in het opbouwen van een positief zelfbeeld, het vergroten van het zelfsturend vermogen, het leren omgaan met gevoelens, het opbouwen van (vertrouwens)relaties, het weerbaarder worden…

2. Leerbegeleiding

Onder ‘leerbegeleiding’ verstaan we de manier waarop de school het leren van kinderen ondersteunt om de vooropgestelde leerdoelen te bereiken of na te streven. Het gaat dus over alle maatregelen die genomen worden om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk leerlingen de onderwijsdoelen (vervat in de leerplannen) bereiken waarbij taakgerichtheid, werkhouding en verantwoordelijkheid belangrijke pijlers zijn.

3. Schoolloopbaanbegeleiding

Onder ‘schoolloopbaanbegeleiding’ verstaan we de manier waarop de school de kinderen en hun ouders helpt om, met kennis van zaken en op basis van realistische verwachtingen, een bewuste keuze te maken. De schoolloopbaanbegeleiding is een continu begeleidingsproces in de hele basisschool. Daartoe zijn een aantal essentiële randvoorwaarden nodig rond keuzerijpheid, zelfbeeld, informatie over onderwijs enz. Sommige aspecten moeten aandacht krijgen vanaf de kleuterschool; maar een cruciale fase is de vierde leefgroep.

4. Begeleiding in het fysiek welzijn

Onder ‘begeleiding in het fysiek welzijn’ verstaan we de manier waarop de school de kinderen ondersteunt om lichamelijk goed te functioneren, om zich fit en vitaal te voelen.  We trachten kinderen een gezonde levensstijl aan te leren door belang te hechten aan gezonde voeding, beweging, hygiëne en ontspanning.

 

Al deze facetten van het begeleiden van leerlingen zijn onlosmakelijk met mekaar verbonden en beïnvloeden mekaar. Zo zal een goede leerbegeleiding weinig effectief zijn als sociaalemotionele problemen of lichamelijke problemen in de weg zitten. Een goede leerbegeleiding moet ook het perspectief openen naar later en gaat dus samen met schoolloopbaanbegeleiding.

Door de nodige coördinatie vanuit het zorgteam, het geregeld teamoverleg, door ondersteuning en door kansen te grijpen om deskundiger te worden, kan in onze school de zorgcultuur verder groeien.

Zorgcontinuüm in de leerlingenbegeleiding

Het zorgbeleid op school is een zorgcontinuüm: een doorlopend, aansluitend geheel opgebouwd vanuit 4 fasen.

Fase 0: Brede basiszorg

De eerste fase van het zorgcontinuüm is de brede basiszorg. De begeleider stimuleert hierbij de ontwikkeling van alle kinderen, via een krachtige leeromgeving en probeert problemen te voorkomen. De begeleider volgt de leerlingen systematisch op en werkt actief aan het verminderen van de risicofactoren en aan het versterken van beschermende factoren. Fase 0 betreft onze basisdidactiek waarbij de nadruk ligt op preventief werken. De krachtige leeromgeving trachten wij op onze leefschool te realiseren door te zorgen voor:

Een positief, veilig en rijk klimaat

We creëren voor onze kinderen een warme, veilige en geborgen omgeving zodat de kinderen zich goed voelen en optimaal kunnen functioneren.

We staan open voor ideeën, meningen en de gevoelswereld van elke leerling. Op deze manier bevorderen we de intrinsieke motivatie van de leerlingen wat leidt tot meer succeservaringen die opnieuw motiveren en uitnodigen tot verder exploreren, leren en ontwikkelen.

We ontwikkelen bij de leerlingen een realistisch en positief zelfbeeld zodat de positieve ingesteldheid verhoogt. We houden daarom zo veel mogelijk rekening met het ontwikkelingstempo, de individuele mogelijkheden en de achtergrond van elke leerling. 

We stellen ambitieuze, realistische en haalbare doelen en geloven in de groeimogelijkheden van elke leerling.

Betekenisvolle taken

Vanuit de na te streven en te bereiken doelen van het leerplan zorgt de begeleider voor werkelijkheidsnabij onderwijs. De begeleider houdt rekening met de beginsituatie van de leerlingen waarbij de aanwezige kennis erkend en benut wordt en waar nieuwe inzichten aan gekoppeld worden.

Ook zinvol doelgericht werken is van groot belang. Begeleiders kiezen daarom ook één of twee focusdoelen per leeractiviteit. Deze doelen kunnen zowel inhoudelijke doelen, leerstrategieën en affectieve componenten van het leerproces zijn. 
Betekenisvol onderwijs betekent ook dat wat kinderen leren voor hen functioneel is. Ze ervaren het nut van het nieuw geleerde (taakgericht onderwijs) of ontdekken waar ze het geleerde kunnen inzetten (de transfer naar andere, vaak buitenschoolse situaties, maken).

Rijke ondersteuning en interactie

Begeleiders bieden een rijke ondersteuning aan door gepaste werk- en groeperingsvormen te kiezen, horizontale en verticale banden te leggen tussen de leerstofonderdelen en de leerlingen te laten samenwerken. We hanteren een flexibele klasorganisatie om het geleerde individueel, interactief of coöperatief te verwerken tijdens oefenmomenten. Leren gebeurt dus door interactie met anderen waardoor de verbondenheid en het respect van de leerlingen voor elkaar groeit. De begeleiders houden ook regelmatige evaluatiegesprekken, dit bevordert de kwaliteit van het samenwerken.

 

Fase 1: Verhoogde zorg

Wanneer de zorgbrede aanpak in de leefgroep niet volstaat, wanneer de begeleider een zorgvraag heeft, wanneer een leerling specifieke hulp nodig heeft,… verhogen wij de zorg.  We overleggen met het zorgteam hoe we hulp kunnen bieden. De school voorziet extra zorg onder de vorm van remediërende, differentiërende, compenserende en dispenserende maatregelen, afgestemd op de behoeften van de leerlingen. De leerlingen krijgen dus extra maatregelen en hulpmiddelen om het gemeenschappelijk curriculum te kunnen volgen.

Ouders worden nauw betrokken bij de verhoogde zorg. Met de leerling wordt een dialoog aangegaan  met als doel hem actief te betrekken, te motiveren en te komen tot gedeelde verantwoordelijkheid. Om samenwerking te stimuleren bespreekt de begeleider de reden van de verhoogde zorg eveneens met de leerling.

In deze fase is er een planmatige aanpak waarin de stappen: plannen, handelen en evalueren cruciaal zijn.

 

Fase 2: Uitbreiding van de zorg

Voor sommige leerlingen volstaat de aangeboden zorg uit de vorige fases niet. Voor hen moeten we de zorg uitbreidenIn deze fase is de schoolinterne expertise ontoereikend om de leerling verder te helpen in zijn ontwikkeling. Het CLB en/of andere externen worden ingeschakeld en na overleg wordt bepaald welke stappen er verder kunnen gezet worden. De leerling wordt dan nog intensiever begeleid binnen de draagkracht van de werking van de school. Ouders worden van specifieke maatregelen steeds op de hoogte gebracht.

 

Fase 3: Zorg op maat: IAC (individueel aangepast curriculum) of school op maat

Heel soms zijn onze zorggrenzen bereikt en behalen we niet het gewenste resultaat. De leerling functioneert niet beter, voelt zich nog steeds niet echt goed op school, de ontwikkeling staat stil. In zo’n situatie dringt het zich soms op om af te stappen van het gemeenschappelijk curriculum. De leerling volgt dan een individueel aangepast curriculum op onze school of maakt de overstap naar een andere school die beter kan inspelen op de behoeften van het kind (bv. buitengewoon onderwijs). Dit gebeurt enkel en alleen als voorgaande stappen zijn doorlopen en we echt geen resultaat boeken of het welbevinden van het kind er erg onder lijdt. 

Dit advies mag nooit onverwacht komen. We gaan hierbij samen op weg : ouders, begeleiders, zorgteam, directie en CLB.

Ook voor leerlingen met een IAC-verslag is er een individueel aangepast curriculum. Deze leerlingen starten dus onmiddellijk in fase 3 van het zorgcontinuüm.

Bovenstaande fasen zijn niet strikt te scheiden.

Bij het voorzien van verhoogde zorg voor een leerling, wordt de brede basiszorg immers verder gezet.  Omgekeerd kan een aanpak die wordt uitgewerkt voor een specifieke leerling tegemoet komen aan de onderwijsbehoeften van andere leerlingen en zo een plaats krijgen binnen de brede basiszorg of de fase van verhoogde zorg.

 In dit gehele traject stellen we communicatie voorop. Communicatie met collega’s, directie, externe hulpverleners, CLB,… maar bovenal met de leerling zelf en de ouders.

zorgcontinuüm.png
bottom of page